Step

han Kraan©
klik hier en voeg deze site bij uw favorieten
home

Weblog

Curriculum Vitae
Biografie
Producten


 

Archief
2 juli 08
18 juni 08
17 juni 08
15 juni 08
27 november
13 november
12 november
25 april
24 april
25 februari
14 februari
11 februari
9 februari
8 februari
7 februari
6 februari
5 februari
2 februari
30 januari
23 januari
22 januari
15 januari
december06
november06
juni-okt06
mei06
jan-apr06
december05
november05
oktober05
september05
augustus 05
juli 2005
juni 2005
mei 2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

boven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

boven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

boven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

boven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

boven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

boven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

boven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

boven

 

 

 

 

 

 

 

 

boven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

boven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

boven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

boven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

boven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

boven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

boven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

boven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

boven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

boven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

boven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Op deze pagina staan bespiegelingen, commentaren en columns van Stephan Kraan. De stukjes kunnen overal over gaan en zijn geordend op datum: het nieuwste staat bovenaan. U kunt reageren op deze schrijfsels via het gastenboek. Vermeld wel even het onderwerp.

Alle stukjes van
novemberDo-re-id-faLeeftijdNieuwe eieren aprilUpdate20 jaar Workumfestival februariEer en wraak ShameAyse TütüncüGeert MakKees FensBoekenweek previewHüsnü ŞenlendiriciTwo Queens on a red carpetMeisje voor halve dagen januariOok maar een mensOscar Wilde De moord Turkey Now

27 november 2007 * Ga naar het volgende of vorige verhaal.

Do-re-id-fa

Een filmfan ben ik niet. Mijn bezoekjes aan een bioscoop per jaar zijn op één hand te tellen. Ik houd van verdieping, haat verdraaide feiten en verveel me bij de meeste fictie. Dan is bioscoop meestal niet waar je wilt zijn. Deze week ben ik al vaker naar Pathé de Munt en Tuschinski geweest dan ooit. Het is namelijk idfa-week.

Al jaren was een bezoek aan het Internationaal Documentaire Festival een wens. Meestal had ik er gewoon geen tijd voor. Als eindredacteur van Kunst en Cultuur bij Amsterdam FM is het een must. Ik heb twee Nederlandse documentairemakers met hun wereldpremière in de uitzending en verdiep me als nooit te voren in het genre filmdocumentaire door me onder te dompelen in een stroom aan veelal ontroerende verhalen en prachtige beelden.

Tien dagen, dertien zalen en driehonderd films, waarvan honderd wereldpremìeres. Dat is grofweg het idfa. Het grootste filmfestival ter wereld is werkelijk groots in alles. Niet dat het overal en altijd uitverkocht is, wie wil kan bijna altijd nog wel een kaartje vinden. Nee, wat vooral opvalt is dat het festival zijn status als ‘Internationaal' helemaal waar maakt. Gewone bezoekers, studenten, journalisten, filmmakers en producenten; ze komen werkelijk uit alle hoeken van de wereld en zorgen voor een fantastische sfeer met veel koffie en debat.

Maar het gaat natuurlijk om de films. Een documentaire bekijken in de bioscoop is van totaal andere orde dan wanneer je thuis op je bank voor de tv zit. Er is geen afleiding en je concentratie optimaal. Daardoor word je het verhaal ingezogen en de beelden graven zich diep in je netvlies. Het idfa voegt daar veel aan toe. Bij veel films zijn de filmmaker en betrokkenen aanwezig om vragen te beantwoorden. Zo verschijnt na de film FTA Len Chandler op het podium. De protestzanger die begin jaren 70 met Jane Fonda en Donald Sutherland in de anti-vietnamshow FTA speelde.

Mijn persoonlijke top drie tot nu toe: Het mooiste en meest verrassend was Hear and Now van Irene Taylor Brodsky. Een ontroerend portret van haar dove ouders die op hun 65 ste een hoorimplantaat krijgen. Beide hoofdpersonen en de filmmaakster uit Canada zijn op het Idfa. Van eigen bodem komt Als We Het Zouden Weten van Peter en Petra Lataster. Zij filmden maanden op de afdeling te vroeggeboren baby's van het UMCG. Persoonlijk trof mij ook het verhaal van The Gates. Het kunstproject van Christo in Central Park.

Meest vermoeiende film was het lange verhaal over hoe de op zich integere Jimmy Carter zijn boek Palestina verkoopt. Hij legt daarbij het woord ‘apartheid' in de titel tot vervelens toe uit bij alle grote tv programma's in Amerika. Het onderwerp verdwijnt in de overkill aan Carter, waardoor je eigenlijk naar een bijna twee en een half uur durende commercial kijkt. Een gemiste kans.

Wat ik zeker niet ga missen is het portret van folkzanger en activist Pete Seeger. Maar ik laat me graag verrassen door andere films. Mijn top of flop competitie is overigens volstrekt arbitrair. Niet alleen omdat het maar mijn bescheiden en persoonlijke mening is, maar vooral omdat het onmogelijk is om alles van het idfa te zien. Daarbij is de boodschap van dit stukje niets meer of minder dan: gaan!

reageer

13 november 2007 * Ga naar het volgende of vorige verhaal.

Leeftijd

Het afgelopen jaar heb ik me enorm ingespannen om de beoogde carriëreswitch daadwerkelijk van de grond te tillen. U hebt daar als lezer het nodige van gemerkt. Mijn stukjes in dit weblog vielen droog. Niet bij gebrek aan inspiratie, want mijn radioprogramma gaat als een tierelier en de gasten die wij aan tafel hebben zijn -daar waar het Kunst en Cultuur betreft- dezelfde als bij De Wereld Draait Door. Zo interviewde ik afgelopen week nog Liesbeth List en Ramses Shaffy. Nee, ik heb als onbezoldigd radiojournalist een dynamisch leven en een aardige voet tussen de deur gekregen in cultureel Amsterdam.

Dat woord onbezoldigd daar zit de frustratie. Ik vermaak me kostelijk bij Amsterdam FM, werk hard en lever -samen met een fantastisch team- professionele kwaliteit (luister maar eens). Maar het is een lokale omroep zonder centen. Nu heb ik absoluut niets tegen vrijwilligerswerk; ik heb het naast mijn baan altijd gedaan. Het heeft echter niets te maken met de carriëreswitch die ik in gedachten had.

Ik solliciteer me een ongeluk met mijn inmiddels toch wel indrukwekkende cv. Maar slechts eens in de vijfentwintig keer krijg ik de mogelijkheid om op gesprek te komen. Nu wil ik niet klagen, maar het is toch wel wat sukkelig. Waar ligt dat nu aan. Het is de vraag die mij het meest bezighoud. Het antwoord dat ik een jaar geleden al in gedachten had, blijkt telkens weer bevestigd. Het is de leeftijd.

Wil je in de media of in de marketing aan het werk, dan moet je 30- zijn met waanzinnig veel ervaring. Een geslaagde collega - een vrouw van mijn leeftijd- formuleerde het kortgeleden zo: wij zijn de generatie van net na de babyboomers. Die babyboomers zitten nu op de stoel van het management en zijn ongeveer aan hun midlife crisis toe. Zij willen zich het liefst omringen met mooi en jong. Dus kom jij niet meer aan de bak, helaas.

Gelukkig had ze wel een opbeurend advies: gewoon doorgaan. 'Zoals jij aan de weg timmert en zo goed als jij je werk doet, moet het dubbeltje op een gegeven moment wel de goede kant op vallen.' Dus recht ik mijn journalistieke rug en ga met onverminderde energie door. Ik houd van strohalmen.

reageer

12 november 2007 * Ga naar het volgende of vorige verhaal.

Nieuwe eieren

Het nestje komt weer langzaam in model. Het broeden in mijn hoofd is weer begonnen. Beschouw dit nog niet als het eerste ei in een nieuwe serie. Daar wil ik me met alle drukke bezigheden nog niet op vastpinnen. De update van april geldt nog steeds. Ik ben razend druk met Radio Amsterdam FM; de Kunst en Cultuurprogramma's om precies te zijn.

Inmiddels zijn we in november aanbeland. Voor het derde jaar op rij heb ik tijdens de Beurs Klassiek Schepen een online nieuwskrant bijgehouden; een logboek vol beursverhalen in de stijl van dit weblog. Ik heb mensen vol passie geïnterviewd en gefotografeerd. Erg leuk om te doen. Kijk op de website van de beurs en klik op de rode letters: Laatste nieuws. Daar staat genoeg leesvoer voor het komende uur. Veel plezier ermee.

reageer

25 april 2007 * Ga naar het volgende of vorige verhaal.

Update

Sorry lezer. Sorry dat het lijkt alsof ik u in de steek laat. Twee maanden geen stukkies. En dat terwijl ik in die periode een groot aantal persconferenties, tentoonstellingen en theatershows heb bezocht. En dat terwijl ik choreografen, acteurs, organisatoren en kunstenaars heb gesproken. Sorry dat ik deze bijzondere ontmoetingen en andere wetenswaardigheden niet me u deelde.

De oorzaak laat zich raden. Het is de radio. Sinds twee maanden sta ik er bijna alleen voor. Wekelijks maak ik drie uur live radio met gemiddeld acht gasten uit de Kunst en Cultuursector van Amsterdam. Dat betekent goed plannen, veel research, veel zien en veel voorbereiden. Dan ben ik ook nog adjunct geworden; een soort koepelredacteur van alle K&C uitzendingen van Amsterdam FM.

Ik werk me zogezegd een slag in het rond. Ik verbeter ermee mijn interviewtechniek, mijn radiostem, mijn netwerkkwaliteiten, mijn organisatietalenten , en schrijftechniek. Maar u als lezer, komt er ondertussen maar bekaaid van af. U heeft er weinig aan dat ik urenlang met het contentmanagementsysteem van de OBA-website in de weer ben om de agenda bij te houden en een lange termijnplanning te verzinnen.

Kortom: het is gewoon een beetje druk. Wilt u mij toch een beetje volgen, luister dan iedere vrijdag van 2 tot 5 naar www.amsterdamfm.nl. Of luister de uitzending in het archief terug. De beste plek om mij te ontmoeten is de foyer van de Openbare Bibiotheek Amsterdam, op diezelfde vrijdagmiddagen.

reageer

24 april 2007 * Ga naar het volgende of vorige verhaal.

Internationaal Shantyfestival Workum terug bij Engelse wortels
Legendarisch festival viert 20 jarig bestaan

Het Internationaal Shantyfestival Workum viert haar twintigste editie met groepen uit het land waar het allemaal begon: Engeland. Johnny Collins en Jim Mageean komen al 27 jaar achter elkaar naar Workum om de start van de Strontrace op te luisteren met hun shanties. De Britten vormen sinds 1988 de spil van het festival. Dit jaar krijgen zij gezelschap van de landgenoten New Scorpion Band en Shanty Jack. Met deze keuze verstevigt het festival haar reputatie als massaal meezingevenement.

Engelse clippers
Ieder eerste weekend van de herfstvakantie staat het oude havenstadje Workum bol van de maritieme evenementen rond de Strontrace, Beurtveer en Visserijdagen. Het Internationaal Shantyfestival Workum zorgt er al twintig jaar voor dat alle schippers en maten op de skûtsjes en tjalken goed ingezongen van wal steken. Samen met een duizendkoppig publiek bezoeken zij de concerten voorafgaand aan de start. Dit jaar gaan de traditionele werkliederen in het Engels. De Britse taal is zeer geschikt voor de liederen voor het hijsen der zeilen of het leegpompen van het ruim. De ritmische gezangen hielpen bij het zware werk op de zeilclippers van de succesvolle Engelse handelsvloot in de negentiende eeuw.

Vaste waarden
Het shantyduo Johnny Collins en Jim Mageean zijn vanaf het prille begin te gast op het festival. De twee Engelse zangers ontmoetten elkaar in 1975 en zingen sindsdien op maritieme festivals over de hele wereld. Telkens weer verrassen Johnny & Jim met nieuw repertoire en weten ze het Friese publiek uit te dagen met frisse refreinen. De stevige band met Workum komt tot uitdrukking in hun cd’s ‘Strontrace’ en ‘Coming of Age’, beide opgenomen tijdens het festival.

Maritieme multi-instrumentalisten
De New Scorpion Band bestaat uit vier mannen en een vrouw. Stuk voor stuk folkmuzikanten uit in het verleden beroemde folkbands als Gryphon, Malicorne en The Albion Band. Samen bespelen ze wel 25 verschillende instrumenten. Hun originele optreden in 18 e eeuwse kledij is dan ook een lust voor het oor én het oog. Hun maritieme programma bevat bekende en onbekende Engelse en Amerikaanse zeeliederen, gedichten en verhalen. Ze wisselen hun zang af met levendige instrumentele nummers. De New Scorpion Band geeft naast dit maritieme programma, ook themaconcerten over andere historische onderwerpen. Ze brachten 5 cd’s uit, waarbij de laatste ‘Out on the Ocean’ gevuld is met maritiem repertoire.

Zingende sleepbootkapitein
Shanty Jack gaat normaal door het leven als Pete Hayselden en heeft dertig jaar op een sleepboot gewerkt. Ook na zijn pensioen is hij actief betrokken gebleven bij de traditionele zeilvaart. Als zanger begeleidt hij zichzelf met harmonica en ‘kleppers’. Zijn repertoire bestaat uit shanties en liederen over de visserij en vrachtvaart aan de oostkust van Engeland. Shanty Jack speelde op veel maritieme evenementen in heel Europa en is de drijvende kracht achter het grote Sea Fever festival in Hull. Shanty Jack bracht de cd Maiden Voyage uit en speelt ook in het trio Monkey’s Orphan.

Afsluitdijk
Naast de concerten met de Engelse artiesten biedt het festival ook ruimschoots de gelegenheid om in andere talen te zingen. Op zaterdag begint het met een klompzeilwedstrijd voor de jeugd, gevolgd door een kinderconcert waar kinderen hun eigen liederen mogen inbrengen. Verder is er die dag de populaire Liereliet avond. Deze traditie is acht jaar ouder als het eigenlijke festival. In 1980 begonnen deze open zangavonden waar iedereen een refreinlied mag zingen. Op zondag is er temidden van de drukte in de havenkom een open podium voor shantyzangers en zangeressen. De 75 jarige afsluitdijk staat centraal in een avondvullend liedjesprogramma van Ankie & Nanne. Het programma luistert naar de naam: Het Kind, Speelman en de Afsluitdijk, en is gemaakt in opdracht van het Zuiderzeemuseum.

reageer

25 februari 2007 * Ga naar het volgende of vorige verhaal.

Eer en wraak

De koek is nog niet op. Elke week lijk ik door een gewillig toeval dieper door te dringen in Turkse en aanverwante culturen. Dit weblog staat er inmiddels bol van. Deze week was er een nieuw hoofdstuk.

Ik bezocht in het Theater Instituut Nederland een maandelijkse debatsalon over theaterrecensies getiteld De Kritiek Besproken. Het ging over multicultureel theater, waarbij onder andere Adelheid Roosen (Gesluierde monologen, Is.Man) in discussie ging met recessenten. Achteraf, en later deze week, had ik een warm gesprek met haar over de witte bril waarmee ‘wij’ de Islamitische en Arabische cultuur bekijken en beoordelen. Ik las tevens het boekenweekgeschenk van Geert Mak over de Galatabrug in Istanbul. Hij tekent verhalen op over de Turkse cultuur en komt tot de conclusie dat de brug tolerant is zolang je de erecodes maar respecteert. En gisteravond zag ik nog Is.Man over eerwraak.

‘Ik wil mij uitleggen’; zo begint een man aan de gevangenistafel. De Turk bromt voor twee moorden en een zware verminking op vrouwelijke familieleden. Zijn zoon vertelt over erecodes van drie generaties mannen, die met één been in de eeuwenoude tradities van de bergcultuur staan en met het andere in het digitale, mobiele ‘westen’. De zoon breekt in vlekkeloos Nederlands met de code van de eerwraak. De vader wordt verscheurd door familie-,en stam- en dorpsplichten; zwicht en gaat ten onder. De opa -met zijn prachtige gebeden en gezangen- blijft fier overeind tot het stuk eindigt met een denderende ruzie tussen hem en zijn zoon. De vrouwen zijn aanwezig in acht lijkwaden die vanaf het plafond aan knaapjes naar beneden hangen, en in een projectie waar een anoniem gemaakt meisje in een roze jurkje op het Noordzeestrand rondjes draait als was het een Derwish in de Dans van de Hemelen.

Adelheid Roosen schreef de tekst en deed de regie, zo onbevangen als je maar kan zijn wanneer je écht een verhaal wil vertellen. Ze –wie niet- is mordicus tegen eerwraak, maar probeert zonder oordeel te luisteren naar de vele daders die ze in de gevangenis bezocht; naar de vrouwen in de buurtcentra en naar de mannen van imancommissies. Ze las politiedossiers, sprak advocaten, hulpverleners, kinderen en familieleden van daders. Kortom: Roosen weet waarover ze het heeft. Ze vertelt het verhaal door en dwingt ons te luisteren zoals ze zelf gedaan heeft.

Het is een ingewikkeld verhaal dat hier en daar moeilijk te volgen is. Het vraagt bovendien veel inspanning om onbevooroordeeld te luisteren en te beseffen dat uitleggen iets anders is dan goedpraten. Roosen heft nergens een bevoogdend vingertje; ze vertelt. En dat doet ze formidabel en ze vraagt van ons om formidabel goed te luisteren.

Daarom zat ze goed op haar plek bij de discussie met recessenten in het Theater Instituut Nederland. Net als wellicht niet iedereen in het publiek, had niet iedere recessent werkelijk begrepen wat ze bedoelde. Zij durfden in de ogen van Roosen niet hun gekleurde westerse bril af te zetten en oordeelden over haar en Is.Man, zoals vaak over buitenlanders geoordeeld wordt: iets te gemakzuchtig. Roosen was in de discussie even kwetsbaar als overtuigend; zonder beschuldigingen of verwijten. Ze betoogde dat zonder te luisteren er geen begin is van een gelijkwaardig gesprek tussen culturen, ook niet tussen die van recessent en theatermaker als het gaat over multicultureel theater.

Adelheid Roosen benadert het probleem eerwraak en erecodes indringend en intens; bijna terloops komt het onderwerp bij Geert Mak voorbij. Misschien omdat de Galatabrug in Istanbul staat en niet hier. Misschien omdat het slechts één aspect is in de ruige overlevingscultuur van de kleurrijke brugbewoners. “Bij eer gaat het om een complex van meetbare en onmeetbare factoren: rijkdom, opleiding en toekomstverwachtingen, verworven respect en vertrouwen.” Net als Roosen herkent Mak de waanzinnige sociale druk van familie, dorp, stam en religie die aan erecodes ten grondslag ligt. Mak verpakt dit in een kort persoonlijk verhaal van twee zussen. Ook Mak beperkt zich tot luisteren. Hij wijst er op dat eerwraak niet beperkt is tot de Islam, maar in vele culturen huist; ook in de onze. Mak probeert te verklaren waarom we culturen met een sterk eergevoel niet meer begrijpen. “We denken in termen van schuld en moraliteit, met alle bijbehorende nuances. ‘Eer’ is altijd een zaak van zwart-wit, maagd of hoer, erbij of verschopt, een totaal andere denkwereld dan de subtiele analytische, eeuwig ambivalente overwegingen en compromissen van het liberale Westen.”

Wordt ongetwijfeld vervolgd.

reageer

14 februari 2007 * Ga naar het volgende of vorige verhaal.

Shame

Uit de weblogstukjes van de laatste maand blijkt dat ik met mijn Kunst en Cultuur programma op Amsterdam FM dicht bij het charme offensief voor Turkije zit. Dat begon met de tentoonstelling Istanbul in de Nieuwe Kerk en ging via het Turkey Now Festival naar De Brug van Geert Mak. Het zijn slechts enkele van het totale aanbod aan culturele uitingen over, en uitwisselingen met, Turkije. Er is echt sprake van een Turkije manie.

De reden is duidelijk. Adnan Dalkiran, directeur van de Stichting Kulsan zei het ongeveer als volgt: "De Europese Unie vraagt van Turkije dat ze beter zichtbaar moeten zijn in de lidstaten." Cultuur is daarbij een prima middel. De Turkse overheid zet daarbij musea en culturele organsaties in en een goed geoliede marketing campagne. Dit initiatief is door de Nederlandse overheid -die wel een beetje goodwill onder het Turkse deel van haar bevolking kan gebruiken- van harte ondersteund. Daar is op zich niets mis mee.

Er ís ook niets mis met die Turkse cultuur en het is alleen maar goed als Nederlanders kennis nemen van de Turkse geschiedenis; al is het alleen maar omdat die door de eeuwen heen zoveel invloed had op de Nederlandse.

Het is natuurlijk wel vervelend als dit charme offensief telkens wordt doorkruist door negatieve berichtgeving over Turkije. Het Europese Hof voor de Mensenrechten publiceerde kortgeleden een hitparade van landen waartegen de meeste aanklachten waren ingediend. Turkije stond aan top. De Armeense journalist Hrant Dink werd vermoord door een jochie dat werkte voor extreem rechtse nationalisten. Tot overmaat van ramp poseerden Turkse politieagenten met dit mannetje en de Turkse vlag (na zijn arrestatie) alsof het een volksheld betrof. Verder liet Turkije weer eens oorlogsschepen opstomen naar Cyprus en blijft de Armeense kwestie en die van de Koerden sudderen. En zo kan ik nog wel even doorgaan.

In de contacten met het Turkey Now festival -zowel hier als in Istanbul- is een open gesprek over deze zaken met de Turkse en Nederlandse organisatoren, en met veel artiesten goed mogelijk. Zij prediken vrede, tolerantie, begrip en broederschap. Wel merk je iets van angst, twijfel en argwaan naar het oude regiem toe, waarvan ze vaak niet weten in hoeverre die centralistische nationalistische dictatuur van de afgelopen decenia wel helemaal weg is. Bovendien zijn de verhoudingen tussen de vele minderheden in Turkije op z'n zachts gezegd delicaat en gevoelig te noemen. Iedereen loopt dus een beetje op eieren; maar er is prima over te praten. Sterker nog: iedereen neemt uitgebreid de tijd om de ingewikkelde Turkse situatie uit te leggen. Veel artiesten die voor het Turkey Now Festival naar Nederland komen, zijn kritisch naar het regiem toe en koesteren de verschillende culturen binnen het land als zijnde de rijkdom ervan.

Als Nederlandse journalist is er niets op tegen om je te verdiepen in deze materie en om -met deze politieke achtergronden in je hoofd- aandacht te besteden aan die even indrukwekkende als onbekende Turkse cultuur. Maar wat te denken van het bericht dat de Nieuwe Kerk bij de teksten in de catalogus voor de Istanbul tentoonstelling zich laat dicteren door de Turkse overheid. Zaken als stichting van Istanbul door Griekse kolonisten; homoseksualiteit onder de Osmanen; de aanwezigheid van Koerden in Istanbul en de discussie over de Armeense genocide, moesten eruit. En de Nieuwe Kerk deed dat braaf.

Het vervalsen van geschiedschrijving -want daar praten we volgens mij over- is van alle tijden en van bijna alle regiems. We relateren het vaak aan een dictatuur maar ook in het Westen komt het vaak voor dat een regering de waarheid een beetje naar zijn eigen hand zet door precaire zaken in geschiedenisboekjes weg te laten en andere zaken juist aan te dikken. Denk maar aan het decenia lang verzwijgen van de ware aard van de Nederlandse politionele acties in Indonesië (koloniale oorlogsvoering).

Maar het is toch wel zeer verwerpelijk als een museum zich anno 2007 willens en wetens laat censureren door een discutabel regiem, ten behoeve van een dure prestigieuze tentoonstelling. Ik zou zeggen: dan maar geen tentoonstelling. Maar blijkbaar is de marketing campagne van beide overheden té dwingend. Met het staatsbezoek van de Nederlandse koninklijke familie aan Ankara en Istanbul over twee weken als hoogtepunt, moest en zou de tentoonstelling -middelpunt van zoveel pro-Turkije evenementen- een succes worden. De Nieuwe Kerk moet zich diep schamen zich hiervoor te laten lenen.

reageer

11 februari 2007 * Ga naar het volgende of vorige verhaal.

Ayse Tütüncü

"Ik zou willen dat de piano geen frets had," verzucht Ayse Tütüncü als ze probeert uit te leggen hoe ze traditionele Turkse muziek integreert met de jazz improvisaties. "Turkse muziek gebruikt veel tonen die tussen de tonen vallen die je op een piano kunt spelen. Dat geeft veel meer mogelijkheden als je op een vrije manier wilt improviceren." Het is 20 januari en we zitten in het kantoor van de Istanbul Foundation of Culture and Art in Istanbul. Jazzpianiste Ayse Tütüncü spreekt prima Engels. Ze heeft dan ook op grote jazzfesivals gespeeld. In Nederland was ze eerder op het North Sea Jazzfestival. "Het Nederlandse publiek houdt van mijn humor en opgewekte wijze van spelen en begrijpt mijn muziek. Daarom heb ik snel het gevoel goed contact te hebben. Dat maakt me altijd gelukkig."

Ayse Tütüncü geeft op 16 februari in het Bimhuis in Amsterdam een concert in de serie van het Turkey Now Festival. Ze heeft er duidelijk zin in. "Als vijfjarige begon ik op gitaar, maar twee jaar later won mijn liefde voor de piano het. Na een klassieke opleiding ging ik steeds meer improviseren en andere stijlen spelen." In de jaren tachtig weerstond ze de censuur van het regiem en zong Turkse vredesliederen in haar rockfusion formatie Mozaik die tot 1995 bleef bestaan. Die groep combineerde rock met westerse klassieke muziek, jazz en traditionele Turkse melodieën en maakte vier cd's.

"Ik ben geen einzelgänger en heb altijd samenwerking gezocht. Naast Mozaik speelde en zong ik met anderen en in verschillende stijlen; van rock tot folk. Dat waren soms bekende artiesten en soms gewoon mensen in de bar waar ik veel speelde." Improvisatie is iets wat ze vanaf haar zestiende doet en altijd een grote rol speelt in haar muziek. Binnen de wereld van de jazz kan ze alle stijlen die ze beheerst, kwijt en ze houdt van het experiment. "Na Mozaik ben ik met een percussiegroep begonnen. Het is erg bijzonder om te ontdekken wat er gebeurt als de bas uit de muziek verdwijnt."

Ze begint in 2004 met een trio met Oguz Büyükberber op klarinet en Yahya Dai op saxofoon. Een jaar later maken ze de cd Carnivalesque met speciaal voor deze samenstelling gecomponeerde muziek van Ayse. Met dit Ayse Tütüncü Trio komt ze nu naar Amsterdam. Nieuwsgierigheid en plezier in de muziek zijn haar grote drijfveer. "Ik houd van klassiek, van rock, maar ook van de directe spontaniteit van de jazz. Je speelt zonder grenzen en zonder te weten wat er komt. Bij composities integreer ik de verschillende stijlen. Dan hoor ik de muziek in alle facetten in mijn hoofd. Dat kan zelfs Egyptische of Indiase muziek zijn. Ik zing een nieuwe melodie eerst wat voor me uit, dat helpt me om de pianoklanken ronder te maken. Een compositie moet eerst in mijn hoofd zitten. Uiteindelijk maak ik dan wel vaak gebruik van experts, bijvoorbeeld als ik speciale traditionele Turkse stijlen toepas waar ik niet helemaal in thuis ben. Het eindproduct moet immers zo goed mogelijk zijn."

Soms speelt Ayse in een kleine jazzclub in Istanbul waar veel andere muzikanten en liefhebbers komen. "Daar kan ik lekker spontaan muziek maken." Het culturele leven van Turkije heeft nog steeds te lijden onder het repressieve regiem van twintig jaar geleden. "Vroeger kwam iemand van de censuur langs om mijn teksten te keuren. Die zei dan letterlijk dat het goed was wanneer de verschillende minderheden in het land onderling vochten. Dan was er immers minder aandacht voor de regering zelf. Ik mocht dus niet van eenheid, verbroedering en respect zingen, maar deed dat indirect, en soms direct, toch."

Er komt nog steeds betrekkelijk weinig van de grond in Istanbul omdat niemand durft te investeren en organisatoren alle verantwoordelijkheid bij de artiesten leggen. "Tegenwoordig is er wel een improvisatiefestival en er komt jaarlijks steeds meer publiek ondanks de bescheiden financiële middelen." Ze voegt eraan toe dat het leven in Turkije nog steeds niet stabiel is. Ayses teksten gaan ook vaak over de achtergestelde rol van de vrouw in de samenleving. En hoewel er veel veranderd is, voelt ze zich als vrouw binnen haar werkveld in zekere zin wel eenzaam.

"Er zijn niet veel vrouwelijke jazzpianisten die zelf componeren, liedjes schrijven en bandleider zijn. Ik word wel altijd geaccepteerd en niet tegengewerkt, maar als vrouw moet je vaak toch vooral mooi zijn. Nee, het is jammer dat er niet meer vrouwelijke componisten zijn, Nu kan ik me bij een muzikaal probleem alleen maar spiegelen aan mannen. Ik koester daarom de weinige vrouwen die ik in die jazzwereld tegenkom."

reageer

9 februari 2007 * Ga naar het volgende of vorige verhaal.

Geert Mak

Bij de presentatie van de boekenweek 2007 op 6 februari, sprak ik namens Amsterdam FM met Geert Mak, schrijver van De Brug, het boekenweek-geschenk van dit jaar. Het boekje verschijnt in een recordoplage van 890.000 plus nog 20.000 in een Turkse vertaling. De Brug gaat namelijk over het leven op en rond de Galatabrug in Istanbul.


Geert Mak op 6 februari in de Nieuwe Kerk te Amsterdam

Wat dacht u toen het CPNB belde en zei dat het thema van de boekenweek Scherts, Satire en Ironie was?
Nou, ze noemden geen thema want dat was er nog helemaal niet. Ik hoorde een jaar voordat het thema bekend werd dat ik het geschenk mocht schrijven en was dus allang bezig. Thema en Geschenk hebben -de hemel zij geprezen- niets met elkaar te maken. Het boekenweekessay van Kees Fens, dat slaat op het thema. Ik kon dus ook vrij doorgaan met wat ik wilde, want mijn onderwerp sloeg totaal niet op het thema.

Wat u wilde een boekje schrijven; de Brug. Welke brug?
Dat is een brug in Instanbul, de Galatabrug. Dat is de eerste grote brug die ze hadden; niet over de Bosporus maar over de Golden Horn, een grote zee-engte, een soort rivier in de stad. En eeuwenlang hadden de inwoners van Istanbul zich laten overroeien van het oude Islamitische gedeelte van de stad naar het meer westers georiënteerde deel, de Pera heette dat; waar de ambassades stonden. In het midden van de negentiende eeuw kwam er een brug. Later ging de brug wat meer de hoogte in en kwamen er allemaal winkeltjes onder. De huidige is een beetje een kil betonnen geval. Het is de vijfde generatie brug en ongeveer 15 jaar geleden gebouwd. De Brug is eigenlijk een stad op zich. Een stad vol met restaurants en cafés, vrij gevestigd aan de onderkant van de brug waar veel toeristen komen. Maar op de brug en onder de opritten zwerven overal verkopers van ballpoints, pleisters, zooltjes, nepparfums en jongetjes die gejatte mobieltjes verkopen, om maar wat te noemen. Die opritten zijn eigenlijk een voor- en een nagedeelte van de brug en herbergen winkelgalerijen en tunnels waar van alles gebeurt.

Het eerste wat opvalt als je die brug nadert, is de enorme menigte vissers erop; daar heeft u wat mee gedaan.
Dat is het eerste wat ik dacht: daar is een verhaal te vertellen, maar de praktijk is anders. Daar zitten ook een paar beroepsvissers -die komen ook in mijn boek wel voor- maar er komen ook heel veel gepensioneerden die gewoon hun tijd zitten te voldoen omdat ze niet de hele dag bij moeder de vrouw willen zitten. Dat viel dus wat tegen, wat verhalen betreft. De brug is veel meer dan die vissers. Het is een hele gemeenschap van verkopers, zakkenrollers, straatfotografen, noem het maar.

Wat voor soort boek is het?
Het is een echt stadsboek geworden en ik moest ook vaak aan Amsterdam denken toen ik ermee bezig was. Bijvoorbeeld; wat ik in Istanbul tot mijn vreugde aantrof was dat er hele generaties stadsschrijvers geweest zijn. Dus de Jan Mensens, Henry Knaps, Simon Carmiggelts; precies dezelfde soort mensen, dezelfde soort schrijvers, dezelfde soort columns, in de dezelfde tijd. En eigenlijk zijn schrijvers als Ohran Pamuk nazaten van die stadsschrijvers. Die hebben bijvoorbeeld ook heel veel over de brug geschreven. Dus ik kreeg allerlei schetsen en situaties van de brug uit de jaren dertig en vlak na de oorlog enz, enz.

Hoe bent u met die mensen op de brug in contact gekomen?
Je moet niet denken dat je dat in een middagje even doet. Ze kennen elkaar natuurlijk. Je scharrelt de hele dag op die brug rond; na een poosje kende ik de meesten ook. Dat komt omdat ik weken en weken op die brug heb vertoefd. En ik had een hele goede tolk een hele aardige student Onur, die een onbevangen blik had. Op den duur raakten we met iedereen wel goed aan de praat. En Turken zijn enorme verhalenvertellers. En wat natuurlijk belangrijk was, dat ik elke keer weer terug kwam. Ik ging wel eens een week of wat naar Nederland, maar dan was ik na een maand weer terug en bleef zes weken. Dus ze wisten dat heel serieus met hen en met die brug bezig was.

Kunt u aangeven of er bepaalde thema's bij deze mensen spelen?
Heel veel mensen op de brug leven van 5 of 10 euro per dag en wonen in een soort pensions; hebben één, twee maaltijden per dag en hebben soms honger. Heel belangrijk is dat je in die situatie eer en waardigheid overeind houdt. Armoede is vernedering. En je ziet voortdurend hele rijke mensen om je heen lopen, dus weet je heel goed hoe je met die vernedering om moet gaan. Dus dat speelt een rol. Ik heb heel veel opgetrokken met de zolenverkoper -inlegzolen- die in de zomer zonnebrillen en daar tussendoor ballpoints of pleisters verkocht. Deze zolenman stond erop dat hij altijd mijn thee betaalde; dat was zijn waardigheid. Dat gold ook bij het overeind houden van je menselijkheid. De voortdurende worsteling om niet gek gemaakt te worden door fundamentalisme, terrorisme of nationalisme. Niet je kop te laten waaien naar allerlei dwaze ideologieën, maar je waardigheid ook in dit opzicht overeind te houden. Heel veel mensen die ik sprak waren voortdurend in een innerlijke strijd daarover verwikkeld. Je denkt dat armoede mensen afstompt. Het tegendeel is het geval; mensen waren vaak heel wijs. Over hun eigen bestaan waren ze hun hoop kwijt. Ze wisten dat dit hun eigen lot was, maar ze stelden al hun hoop in hun kinderen. Vaak ging dat goed. Het was heel opvallend hoe vaak mensen op de brug, die zelf op de rand van het bestaan leefden, toch kinderen hadden die via allerlei beurzen en toestanden hadden kunnen studeren en op scholen zaten; kinderen voor wie een betere toekomst te verwachten viel. Ze leefden eigenlijk via hun kinderen.


De Galatabrug over de Golden Horn met het gezicht op de Pera

Hebt u op de brug iets gemerkt van de smeltkroes van culturen die Istanbul is?
Het wás een smeltkroes van culturen. Dat is het drama van Istanbul: van een typisch multiculturele stad -er zijn periodes geweest dat er meer christenen woonden dan moslims- is het een monoculturele stad geworden. De Armeniërs zijn verjaagd en vermoord; de Joden zijn naar Israel vertrokken. Er was een hele grote Grieks Orthodoxe gemeenschap, soms een kwart of een derde van de bevolking, daar zijn nog maar enkele duizenden van over. (op 17 miljoen inwoners)

Merkte u iets van die tegenstellingen op de brug?
Nee, niet meer. Wat je wel zag was iets heel anders. Dat bijvoorbeeld de Koerden en de nationalisten niet met elkaar optrokken. Het was een soort economische verzuiling. Waarbij immigranten uit het ene stadje de vis bakten, hadden anderen het monopoly op hengelartikelen. Er waren monopolys die bij mensen van verschillende stadjes en dorpjes hoorden. Je moest het als Koert niet in je kop halen om een visstalletje te beginnen, maar je kon rustig gaan hengelen of ballpoints verkopen. Maar dat kon je bijvoorbeeld weer niet doen als je uit het Zwarte Zee gebied kwam. Dus het was een gek systeem met rangen en standen dat te maken had met de plaats van afkomst. Een soort verzuiling, maar dan weer anders. Dat soort tegenstellingen speelden, maar niet meer tussen moslims en christenen. Zolang je de eer maar niet raakt was iedereen heel open en tolerant. Je moest alleen een ander niet beledigen.

Wanneer is het idee voor dit boekje ontstaan?
Toen ik door Europa reisde voor mijn boek In Europa. Ik was een poosje in Istanbul en dacht: die brug, daar zit een heel apart verhaal in. Maar ik had er geen tijd voor. Dus toen ik gevraagd werd voor het boekenweekgeschenk dacht ik meteen -mijn uitgever was daar ook heel belangrijk in- BINGO De Brug!

Hebt u bewust ervoor gekozen om binnen uw eigen kennisgebied te blijven?
Nee, maar het bloed kruipt toch waar het niet gaan kan. Natuurlijk vind ik het ook leuk om die brug in te bedden in de geschiedenis van de stad. Je kunt de een niet los zien van de ander. Het boek heeft dus meer lagen, maar dit is natuurlijk een vrij beperkt boekje. Ik heb veel meer in mijn hoofd voor een veel breder boek. Als ik de tijd van leven heb, ja dan komt het er misschien nog eens van.

Wat kunnen lezers verwachten van het boekenweekgeschenk?
Dit boek is weer helemaal anders. Het doet, gek genoeg, een beetje aan Jorwerd denken, omdat het ook een beetje een beschrijving is van een plek en gelijk de geschiedenis van die plek en de mensen die daar leven... Ik denk de mensen moeten het maar lezen.

De boekenweek is van 14 tot 24 maart 2007. Het boekenweekgeschenk krijgt iedereen die in deze periode voor meer dan elf euro vijftig aan boeken koopt.

reageer

8 februari 2007 * Ga naar het volgende of vorige verhaal.

Kees Fens

Na de perspresentatie van de boekenweek op 6 februari in de Nieuwe Kerk sprak ik voor Amsterdam FM even met Kees Fens(78) over het thema van de boekenweek Scherts, Satire en Ironie en over het boekenweekessay van zijn hand: Op Weg naar het Schavot. Kees Fens is een groot kenner van de Nederlandse litaratuur en kreeg veel waardering en prijzen voor zijn publicaties, o.a. de P.C. Hooftprijs en een eredoctoraat aan de Universiteit van Amsterdam.


Kees Fens na zijn toespraak bij de presentatie op 6 februari

Was u verrast toen de CPNB u vroeg om het boekenweekessay te schrijven?
Eigenlijk wel, ook wel omdat ik al zo oud ben en omdat ik het al een keer had gedaan, in 1968 -geloof ik- over Louis Couperus*. En je wordt nooit voor iets twee keer gevraagd. Maar ja, toen ze met het aanbod kwamen, kreeg ik een paar ideeën en dacht ik: ik doe het maar. *1974 Zo ik iéts ben...Louis Couperus in eigen woorden.

In uw toespraak zei u dat humor niet aan volgende generaties kan worden doorgegeven. Wat bedoelt u daarmee?
Humor is generatiegebonden. Waar mijn ouders om lachten -die zijn overigens natuurlijk al heel lang dood- daar kan ik geen spier bij vertrekken. En je ziet het nu dat door de jongere generatie iemand als Carmiggelt -waar mijn generatie zoveel aan te danken heeft- bijna niet meer gelezen wordt. En ik kan me voorstellen dat mensen van mijn generatie over de humor van Theo Maassen zeggen dat het 'voor de jongeren is', om het zo maar uit te drukken. Er komt een moment dat je bij de 'nieuwere' humor geen aansluiting meer vindt. Van mij is het eindpunt eigenlijk Freek de Jonge. Dat vind ik van de jongeren -nou ja, jongeren? hij is ook al zestig jaar- die gekomen zijn na degenen die ik bewonderd heb en die mij gevormd hebben, de grootste. Maar met cabaretiers na Freek de Jonge heb ik moeite. Ik heb altijd een grote bereidheid tot lachen, maar als het niet gaat, dan gaat het niet.

Daar zei u ook iets over. U vindt mensen die niet kunnen lachen, tragisch.
Ja, maar het zijn tegelijkertijd humoristische figuren. Er zijn twee soorten echte humoristische figuren: dat zijn mensen om wie niet gelachen wordt terwijl ze denken dat ze leuk zijn -dat zijn de allerergste- en er zijn mensen die nergens meer om kunnen lachen. Dan wordt je zo ontzettend eenzaam en oud -ja dit is geen zelfportret hoor- en dat vind ik tragische mensen. En daarom toch ook wel humoristisch want als iedereen om hen heen lacht en zij staan bijna te huilen... nou dan heb je de hele combinatie bij elkaar.

Waarnaar wijst de titel van uw essay Op Weg Naar Het Schavot?
Er is een Engelse Bisschop geweest, John Fisher. Die werd in 1535 met de toenmalige reformatie in Engeland -het was een katholieke bisschop- onthoofd. Hij zat dus de avond tevoor in de Tower, in de gevangenis, en kon niet slapen. Toen vroeg hij heel onderdanig aan de soldaat die voor z'n cel heen en weer liep, of die wat rustiger kon zijn. Dan kon hij tenminste slapen, de nacht voor zijn dood. Toen werd hij naar het schavot gebracht vanuit de Tower, dus dat was een grote wandeling. Halverwege zei hij tegen zijn begeleider: "Kunt u even mijn schoudermanteltje halen, want ik ben bang dat ik kou vat". Terwijl een paar minuten later zijn hoofd naast zijn romp lag. En ik heb dit gekozen omdat humor het enige wapen is tegen de dood en de dreiging van de dood. En dat bewijst vooral de Engelse literatuur. En daar komt die titel vandaan.

Waarom wil u zich niet wagen aan een definitie van humor?
Nee, dat kan ik niet. De essentie van het boekje is dat generaties verschillen in humor en in opvattingen van humor, en daarmee dus de definitie van humor. Net als met literatuur: onze opvattingen over literatuur zijn totaal anders dan die in de zeventiende, achtiende of negentiende eeuw. Het zijn telkens heel andere mensen met een heel ander gevoel voor humor en daarmee verandert het begrip en dus de definitie. Snapt u wel? Nou, zo zit het.

Wat hoopt u over te brengen op de lezers van het essay?
Dat ze er een beetje plezier aan beleven. Dat ze toch ook wel enig -ja, inzicht hebben ze natuurlijk al- want iedereen denkt van zichzelf dat ie gevoel voor humor heeft. Iemand die zegt dat ie het niet heeft, heeft het juist helemaal. Ik heb het vooral als een mooi geschreven ontspanningsboekje geschreven. Dus dat is de bedoeling, dat het zo gelezen wordt. Ze hoeven er niet hardop om te lachen.

Hebt u zelf nog een rol tijdens de komende boekenweek?
Nee, want ik kan dat niet meer. Deze uitleg moet u maar even aannemen. Dat voorlezen van die toespraak was ook al een beetje moeilijk. Dus ik moet niks doen; niet veel, in ieder geval.

reageer

7 februari 2007 * Ga naar het volgende of vorige verhaal.

Boekenweek preview

De line up aan literaire kopstukken is indrukwekkend. Zoals het hoort bij de perspresentatie gisteren van zoiets groots als de jaarlijkse boekenweek. Edoch schrijvers van het vrouwelijke signatuur en/of schrijvers met een kleurig pigment in de huid horen er niet bij. Blanke mannen, daar gaat het om in het jaar dat het Nederlands boekenweekgeschenk over het kleurige bestaan op een brug in Istanbul gaat en een recordoplage van 890.000 kent. Als vriendelijk gebaar zijn er nog 20.000 bijgedrukt in de Turkse taal en is de presentatie bij de Istanbultentoonstelling in de Nieuwe Kerk. Maar de optredende auteurs, de schrijvers van het essay en geschenk, en de bestuurders van het CPNB zijn, pijnlijk toevallig, zonder uitzondering keurig man en wit. Dit beeld geeft wel een ietwat eenzijdige kijk op het boekenweekthema Scherts, Satire en Ironie.


Bart Chabot, Ronald Giphart en Martin Bril


Kees van Kooten

De boekenweek is van 14 tot 24 maart 2007

reageer

6 februari 2007 * Ga naar het volgende of vorige verhaal.

Hüsnü Şenlendirici

Over het schiereiland tussen de Golden Horn en de Bosporus gaat het richting de brug naar het Aziatische deel van Istanbul. In een onooglijk wijkje met flats stopt het busje bij een parkje met krottenwoningen. De gids kan het niet vinden en wacht op iemand die ons naar de studio brengt. Het is de studio van Hüsnü Şenlendirici, de beroemdste klarinettist van Turkije, die bovendien meespeelt in een dagelijkse soap en een eigen muzikale talkshow op tv heeft. De studio bevindt zich in de kelder van één van de wat verwaarloosde flatgebouwen. Het is een volwaardige maar wel beetje sjofele en amateuristisch ingerichte studio.

We nemen plaats op een oud bankstel in de ruimte met het mengpaneel en andere apparatuur. We zijn te laat maar Hüsnü is nog veel later. We krijgen thee met cake van een man, die later tot het gevolg van Hüsnü blijkt te behoren. Hüsnü heeft zich omringd met enige mannen die voor hem zorgen. Het is onduidelijk of het bodyguards, technici, muzikanten of butlers zijn.

Als Hüsnü binnenkomt, stelt hij zich vriendelijk voor. Hij blijkt een zachtaardige jongen van bijna dertig; haar en baard kortgeknipt, grijs gestreepte trui, spijkerbroek, rode Adidas schoenen. Hüsnü spreekt geen woord over de grens, ondanks dat hij al eens met zijn groep in het New Yorkse Central Park speelde. Hij neemt plaats in de bureaustoel tegenover het bankstel. Fototoestellen klikken en Hüsnü steekt van wal.

“Ik heb twee albums gemaakt met de groep waarin ik speelde. Daarna volgde een soloplaat omdat ik mijn eigen interesses niet altijd kwijt kon in die groep. Momenteel heb ik een trio met twee vrienden en bereiden we een nieuwe cd voor. Eigenlijk werk ik liever met anderen samen, want samen kun je meer dan alleen als het gaat om het componeren van nieuwe liederen.”

Kan je iets vertellen over jouw persoonlijke roots?
“Als kind woonde ik met mijn ouders in een district waar iedereen muziek speelde. We waren zigeuners en Roma. Ik speelde als kind in de schoenenwinkel van mijn ouders. Naast schoenen verkochten ze namelijk ook muziekinstrumenten en ik mocht ze allemaal uitproberen. Mijn vader was een beroemde Turkse trompetspeler. Hij heeft mij muzikaal gevormd omdat ik heel veel met hem samengespeeld heb. Toch heeft hij mij nooit in een bepaalde richting geduwd.”

Wanneer wist je dat je door wilde gaan in de muziek?
“Vanaf mijn vijfde wist ik dat de klarinet bij mij hoorde en vanaf mijn tiende ontwikkelde ik al spelend een eigen stijl. Ik groeide zo op in een omgeving waar in oosterse stijl muziek gemaakt werd. Op mijn elfde leerde ik op het conservatorium de klassiek westerse speelstijl.”

Leg uit?
“Turkse muziek kan je verdelen in westerse en oosterse muziek. Het verschil is dat de westerse speelstijl meer vastzit aan de noten. Daar leer je spelen van papier en vervolgens voeg je er gevoel aan toe. De Oosterse speelwijze doet dit andersom. Je speelt vanuit je gevoel en vanuit de soul van de muziek. Het theoretische kader komt later. Daardoor krijg je meer dynamiek met onverwachte buigingen en versieringen. Ik vind het belangrijk dat beide stijlen naast elkaar bestaan.”

Hoe komen die twee stijlen terug in jouw eigen muziek?
“Zelf speel ik een mix waarin beide stijlen samen komen. Ik probeer zo een nieuwe Turkse stijl te ontwikkelen die publiek aantrekt uit zowel de rock scène als uit de traditionele scène. Het is jammer dat critici me altijd proberen bij een van de stijlen in te delen.”

Eén van zijn hulpjes pakt de klarinet uit en zet hem voorzichtig in elkaar. Hüsnü blaast een bekend klassiek thema: één keer heel houterig en toon voor toon, de andere keer vol schwung en variaties. Het is een vet aangezet clichévoorbeeld van wat hij bedoelt te zeggen. Na een uurtje nemen we afscheid van Hüsnü en de studio.

Eenmaal thuis beluister ik zijn prachtige cd Hüsn-ü Klarnet met heerlijke composities; ook voor westerse oren. Hij verstaat zijn vak als muzikant en componist. Op Hüsn-ü Klarnet bewijst Hüsnü dat hij één van de beste klarinetspelers ter wereld is. Ik zie uit naar het concert dat hij zondag geeft.

Toneelspelen kan hij beter laten. In het stukje soap dat ik op de TRT zie, zit Hüsnü in oosterse stijl, zwaar opgemaakt, klagend en depri in een rolstoel te mokken. Het past wel bij zijn reputatie. Want ondanks dat Şenlendirici zoveel betekent als: de man die plezier brengt, verbasteren veel critici het zodanig dat het een omgekeerde betekenis heeft vanwege de droevige emotie in zijn muziek.

Hüsnü Şenlendirici speelt op zaterdag 10 februari met zijn trio in de Doelen in Rotterdam en zondag 11 februari in het Tropenmuseum in Amsterdam. Het is een concert is de serie van het Turkey Now Festival.

reageer

5 februari 2007 * Ga naar het volgende of vorige verhaal.

Two Queens on a red carpet


Cohen begeleidt Elisabeth en Beatrix naar de Engelse Kerk

16.36 Ik hoor een helicopter boven de stad.

16.38 Ik lees dat koningin Elisabeth de Engelse Kerk over twee minuten bezoekt.

16.42 Ik ontdek dat the Queen twee minuten te laat is en neem een foto.

Dat overkomt me in Smilde nou nooit...

reageer

2 februari 2007 * Ga naar het volgende of vorige verhaal.

Meisje voor halve dagen

Bij Orkater weten ze wanneer een stuk goed is. En als Cecilia erin slaagt om Nynke Laverman als een meisje voor halve dagen aan te nemen, is het goed. De afgelopen jaren verwierf de zangeres faam met Friese fado’s en haar concertserie De Maisfrou speelt in uitverkochte zalen.

In Cecilia zingt ze geen fado’s maar de experimentele moderne composities die Boudewijn Tarenskeen op haar stembereik schreef. “Accordeonist Oleg Fateev (o.a. Herman van Veen) en ik kregen van Boudewijn een groot pak met de partituur en we schrokken ons wild. Dat was echt flink studeren want het is muziek zonder duidelijke melodielijnen en met veel tempowisselingen,” vertelt Nynke voor mijn microfoon in de Amsterdam FM uitzending. “De eerste vraag die Boudewijn stelde was wat mijn hoogste noot was. Nou, dat is meteen de eerste noot van de acht minuten durende solo waar het stuk mee start. Die solo bestaat uit bijna tien liedjes en bestrijkt mijn gehele register.”

Deze muziek is inderdaad even wennen. “Mensen reageren er verschillend op maar de meesten vinden het uiteindelijk toch wel erg mooi,” zegt ze zelf. Zo vergaat het mij ook. Na enige reservering, ben ik aan het eind van het stuk laaiend enthousiast en als Nynke een dag later in de studio nog eens drie nummers zingt, weet ze me net zo te treffen als met haar mooiste fado’s.

Cecilia en het Meisje voor Halve Dagen staat tot 10 februari in Theater Bellevue in Amsterdam. Een maand eerder ging het stuk van schrijver/regisseur Moniek Kramer en componist Boudewijn Tarenskeen in première. Titus Tiel Groenestege en Ria Marks spelen een uitgeblust echtpaar op leeftijd dat zich afvraagt waar hun liefde gebleven is. De man is ziek en aan zijn stoel gebonden en bepaalt daarmee het leven van zijn vrouw. Ze fantaseren over een frivool meisje voor halve dagen. Hun fantasie wordt werkelijkheid als zangeres Nynke Laverman en accordeonist Oleg Fateev zich ermee bemoeien.

Oleg is als virtuoos accordeonist steeds in de buurt van de actie en zit op de rand van het toneel te spelen. Zijn muziek dient niet alleen om de zang van Nynke te begeleiden maar ondersteunt de sfeer in het hele stuk en is daarmee even belangrijk als het verhaal. Nynke heeft een volwaardige toneelrol. Ze dartelt als een jong veulen over het toneel en beweegt met de gratie van een balletdanseres. Ze heeft naast haar uitmuntende zangstem ook een heldere frisse spreekstem. Daarnaast is ze begiftigd met een levendige expressie die even kordaat als kolderiek, overtuigend haar missie ondersteunt. En daarmee brengt ze een levendige dynamiek in het saaie herkenbare leven van het echtpaar.

“Ik houd van toneel en besteed in mijn eigen programma’s altijd veel aandacht aan decor en theatrale componenten. Toen ik op de kleinkunstacademie zat, was het een vurige wens van mij om ooit eens voor Orkater te spelen,” vertelt Nynke, “ik hoefde dus niet lang na te denken toen ze me voor deze rol vroegen. Ik mocht ook nog vrij veel van mezelf in de rol leggen, dus dan is het helemaal fijn.”

Volgens de landelijke kunstmedia is Cecilia een grootse muziektheatervoorstelling, maar een telg van het Brabants Dagblad vond het maar ‘knutseltheater’. Recensenten zijn machtig. Vooral als ze voor de Gemeenschappelijke Pers Dienst werken. Deze dienst levert namelijk aan alle regionale bladen. Dat geldt soms ook voor recensies. Overal staat dan dezelfde mening; één mening van één recensent.

Heeft die man of vrouw een rotdag of gewoon geen verstand van kunst en cultuur dan schrijft die een stuk helemaal met de grond gelijk. Al zijn gerenommeerde criticasters van bijvoorbeeld Volkskrant of NRC eensgezind lovend, het is dat ene negatieve artikel van de GPD, die het gezelschap tijdens de hele tournee door het land achtervolgt.

Zo gaat het een beetje met Cecilia van Orkater. Want de mening van die ene Brabander is de mening van de GPD en dus van alle regiokranten. Dus vindt het Parool Cecilia ook maar niets en wie weet welke andere kranten nog meer. Daar ben je dan mooi klaar mee.

Tot eind maart reist Nynke met Cecilia de recensies van de GPD achterna, maar het laat haar verder koud. En gelijk heeft ze. De reputatie van Orkater en Nynke Laverman lokt meer mensen naar het theater, dan dat er volgzame lezers van GPD kranten thuisblijven.

reageer

30 januari 2007 * Ga naar het volgende of vorige verhaal.

Ook maar een mens

“Sezen, ik hou van jou,” roept een meisje vanuit het publiek in het Turks wanneer Sezen Aksu wederom zichtbaar worstelt met een hardnekkige hoest die diep uit de longen komt. De liederen komen met horten en stoten uit haar schorre keel en dat moet uiterst ongemakkelijk voelen voor de grande dame van het Turkse lied. Wanneer ze zachter probeert te zingen, verdwijnt haar stem in een poel van drums en violen van het Metropole Orkest. “Ik ben maar een mens van vlees en bloed,” antwoordt de popdiva het meisje, “ik heb ook zo mijn grillen en ik kan ook ziek worden, zoals je ziet. Maar ik doe mijn best om alles te geven en zo jouw liefde waard te zijn.” Er volgt een ovationeel applaus.

Sezen Aksu (52) heeft 400 composities geschreven waaronder veel hits. Ze verkocht 22 miljoen albums en is in Turkije een superster vergelijkbaar met Madonna. Sezen Aksu krijgt dan ook een daverend applaus wanneer ze aan de hand van dirigent Arjan Tien het podium van de grote zaal van het Concertgebouw betreedt. Dit optreden met het Metropole Orkest is de opening van het Turkey Now Festival.

De zaal is uitverkocht; jong en oud zijn op hun paasbest gekleed en juichen hun heldin toe. De beste plaatsen vlak voor het podium zijn echter gereserveerd voor hoogwaardigheidsbekleders, vertegenwoordigers van sponsors en andere relaties. De keurige Nederlandse dames en heren vragen zich onverholen af wie Sezen Aksu wel niet is. Zelfs tijdens het concert wisselen ze, op het gênante af, soms luidkeels van gedachten.

Het is natuurlijk teleurstellend dat Sezen Aksu haar stem kwijt is en daarom niet kan overtuigen. Vorige week in Istanbul kwam ze niet opdagen voor het interview ‘omdat ze ziek was’. Dat geloofde eigenlijk niemand. Waarom zou deze grootheid immers de moeite nemen om een paar simpele vragen van Nederlandse journalisten te beantwoorden? We namen het haar niet kwalijk.

Maar Sezen Aksu was echt ziek en is dat nu eigenlijk nog steeds. Jammer, al kan ze voor het overgrote Turkse deel van het publiek niet kapot. “We juichen omdat ze zoveel voor ons en voor Turkije betekent,” verklaart mijn buurman, “niet alleen heeft ze verschrikkelijk veel mooie liedjes over liefde en troost geschreven en gezongen, ook stelt ze vaak taboes aan de orde en komt ze op voor de positie van de vrouw. Ze is van groot belang voor het moderne en zich steeds meer emanciperende Turkije.”

Dat bleek ook bij het Turkse eettentje waar ik deze week was. De eigenaar had, vanwege het aankomende concert, de Sezen Aksu-week uitgeroepen en draaide alleen haar liederen ‘omdat ze zoveel emotie oproept’. Toch is volgens hem de Turkse godin vanwege haar liefde voor alcohol en tabak niet meer zo goed als vroeger. Ik weet niet of dat waar is, want haar laatste cd Bahane is prima ontvangen bij recensenten en klinkt wat mij betreft uitstekend. Maar ja, over de teksten kan ik niet oordelen, net zomin als over de rijke muzikale ontwikkeling van deze volksheldin. Want ik geef toe: net als zoveel andere Nederlanders had ook ik tot voor kort nooit van Sezen Aksu gehoord.

De laatste dagen heb ik alleen maar, en met steeds meer ontzag, naar haar geluisterd. Mijn verwachtingen voor het concert waren daarom hoog gespannen, maar helaas. Slechts bij momenten hoor je de magistrale stem boven het orkest uit en voel je de opgekropte en ingehouden emotie van het enthousiaste publiek loskomen. Dan neemt de zaal het zingen, in stemmige vervoering, over van de kleine wat mollige zangeres; vooral bij het melancholieke ‘Istanbul, Istanbul Olali’. Het verwachte volksfeest komt echter niet van de grond. Sezen Aksu kan het niet helpen, want ze is ook maar een mens. Daarom zijn de ovaties lang en luid, de bloemen mooi en de buigingen diep. En terecht!

reageer

23 januari 2007 * Ga naar het volgende of vorige verhaal.

Oscar Wilde

Als je even voor twaalven ’s nachts met een voldaan gevoel glimlachend buiten staat, besef je dat de tijd gevlogen is. Van de enorme hoeveelheid dubbelzinnige teksten die je de laatste uren naar het hoofd geslingerd kreeg, is weinig blijven hangen; maar de snelheid en de kolderieke vrolijkheid waarmee dat ging, vergeet je niet licht. Frivool en schijnbaar ongecompliceerd zijn het Utrechtse gezelschap ’t Barre Land en het Belgische Compagnie Marius er in geslaagd om twee belegen toneelstukken van Oscar Wilde op de snijtafel te leggen, te verhakselen en aaneen te rijgen.

Peter Kolpa en Martijn Nieuwerf, beiden spelers van ’t Barre Land, maakten de geslaagde vertaling van An Ideal Husband en The Importance of Being Earnest tot ‘De ideale ernst of het belang van een echtgenoot’. De woordkunstenaars geven de beide veelgespeelde stukken van meer dan een eeuw oud, op knappe wijze een fris hedendaags elan. Bijna elke zin is raak. Bij veel oneliners en quotes denk je: ‘die moet ik onthouden’, waarna deze vervolgens wordt bedolven onder weer een volgende woordgrap of prachtige metafoor. Zoals gezegd; aan het eind is de prettige brei van spitsvondigheden, een onontwarbare kluwen geworden.

Zo gaat het met de taal, maar ook met het verhaal. De verhaallijnen van de twee stukken twijnen langzaam ineen tot een verwarrende chaos waarbij het niet meer belangrijk lijkt wie wie is of wat er gebeurd. Scènes en personages wisselen in hoog tempo. Daarbij zijn een handtasje en oorbellen soms de enige verschillen tussen een lady of een gentleman, gespeeld door dezelfde manspersoon. Ook het eenvoudige decor zorgt voor snelheid. Het bestaat uit hoge smalle lattenconstructies die als kamerschermen het toneel en kleedkamer scheiden. Tussen de schermen door kijk je als het ware in de donkere kleedkamer van de acteurs. Door een scherm weg te halen ontstaat een deuropening.

Het is de ober die het publiek helpt bij de herkenning van personages, door ze aan te kondigen wanneer ze opkomen. Ook zorgt hij voor het halen en brengen van de minimale attributen in het spel. Zijn spel wordt steeds komischer, deels uit de vervelende eentonigheid van zijn taak als bediende, deels uit cynisme over de gekunstelde spelletjes die alle personages met zichzelf en met anderen spelen. Want intriges, schandalen en affaires in allerlei stadia in een adellijk societymilieu beheersen het verhaal. Prachtig zijn de kostelijke dialogen tussen Kris van Trier en Vincent van de Berg die als twee dames een absurde conversatie voeren. Ze geven de luide schaterlach in een stuk waarbij humor geen seconde ontbreekt en het publiek constant met pretogen op het puntje van de stoel zit en de tijd vergeet. Wat kan toneel toch heerlijk zijn.

reageer


Stephan in Istanbul (foto Sonja Heimann)
22 januari 2007 * Ga naar het volgende of vorige verhaal.

De moord

Op uitnodiging van het Turkey Now Festival ben ik met zeven andere journalisten ongeveer 72 uur in Istanbul geweest. Net als een lang weekendje weg, voelt het veel langer. De losse individuen krijgen snel een band in het onvermijdelijke groepsproces. Ton Maas van de Volkskrant en Stan Rijven van Trouw hebben een enorme staat van journalistieke dienst en zijn wandelende encyclopedieën als het om wereldmuziek gaat. De meeste anderen zijn voor het eerst in Turkije en hebben andere specialisaties. Tuncer Cinibulak van het Nederlandstalige Turkse tijdschrift Tulpia is onze native speaker en weet alles van de Turkse geschiedenis en politiek.

Naast een citytour en geweldige diners, is er een ontvangst op het Nederlandse consulaat en een aantal concerten van en interviews met artiesten die de komende maanden naar Amsterdam en Rotterdam komen. Maar vrijdag na de citytour komt het bericht dat dichtbij ons hotel de Armeense journalist Hrant Dink is doodgeschoten. De mensen van de Istanbul Foundation for Culture and Arts die ons in alles begeleiden zijn geschokt. Ze kenden hem en werkten regelmatig samen. Onze nieuwe vrienden maken meteen duidelijk dat deze moord wereldnieuws is vanwege Dink’s reputatie en uitgesproken positie in het Turkse krachtenveld. De Armeen was een kritische bruggenbouwer die ondanks zijn uitgesproken mening altijd de dialoog zocht en respect had voor andersdenkenden. Hij was erg actief in de intellectuele kunstenaarswereld van Istanbul.

Ons programma verandert niet echt door de moord. We gaan niet kijken naar de bloemen en rouwende aanhangers op de plek waar Dink is neergeschoten; we gaan niet naar de demonstratie. Al kan ik me nauwelijks bedwingen om dit toch te doen. Maar daar zijn correspondenten voor en die zijn er genoeg in deze metropool. Bovendien zijn tv kijkers en internet kijkers overal ter wereld beter en sneller op de hoogte van de ontwikkeling dan ik op straat. En zonder de taal te spreken en de cultuur te kennen zouden mijn observaties niet meer dan puur persoonlijk zijn hetgeen mij niet helemaal, maar wel bijna tot een ramptoerist zou maken. Wij gaan daarom netjes in de kleren naar het Palais de Hollande van de Consul-Generaal van Nederland en dineren even later in het geweldige Cezayir Restaurant in dezelfde zaal waar Pamuk zijn Nobelprijs voor de literatuur vierde.

Zaterdag zijn een aantal interviews gepland. Vedat Yildirim zanger, componist en oprichter van Kardes Türküler is de eerste. Aangeslagen staat hij ons te woord. De groep is opgericht als een soort vredesproject en probeert al vanaf 1995 de vele culturen, volkeren en talen van Turkije nader tot elkaar te brengen via de muziek die ze maken. In de planning zat een cd met teksten van de vermoorde Hrant Dink, die een persoonlijke vriend van de groep was. De vraag ‘Wat nu?’ gaat echter verder dan het geplande verbroederende muziekproject. Er is angst voor de impact van deze moord op de ingewikkelde en broze verhoudingen tussen al die Turkse culturen. De idealist Vedat Yildirim doet ons realiseren dat het Turkey Now Festival in Nederland een extra dimensie heeft gekregen.


Stan en Sonja bekijken de kranten een dag na de moord

reageer

15 januari 2007 * Ga naar het volgende of vorige verhaal.

Turkey Now

De wekelijkse uitzending van Kunst en Cultuur voor radio Amsterdam FM brengt me dichtbij de culturele agenda van de hoofdstad. Ik struin de agenda's op het web af en graaf me door stapels post met folders van gezelschappen, theaters, galeries en evenementen. Om beslagen ten ijs te komen lees ik boeken, bezoek ik voorstellingen en luister ik naar muziek van de auteurs, acteurs of muzikanten die naar de OBA komen voor een interview. Soms bezoek ik perspresentatie.

Dat deed ik afgelopen donderdag in de Nieuwe Kerk. Het Turkey Now Festival ontving de Nederlandse en Turkse pers met een hapje en een drankje. Vertegenwoordigers van de organiserende Stichting Kulsan en Istanbul Foundation for Culture and Arts (IKSV) leggen de nadruk op begrip en tolerantie. Het festival wil laten zien dat in de hedendaagse Turkse cultuur een fraaie mix modern westerse en traditionele elementen bevat. Om dat aan te tonen zijn van 29 januari tot 21 april twintig culturele evenementen van hoge kwaliteit op grote podia in Amsterdam en Rotterdam; muziek, dans, film en toneel.

Als voorbeeld van zo'n act is Mercan Dede in de Nieuwe Kerk present. Hij deejeet erop los en mengt swingende beats met samples van de ney, een Turkse bamboefluit die hij bespeelt, en van zijn eigen stem. Op het podium een danseres die alsmaar rondjes tolt. De enrtourage van Turkse tapijten en waterpijpen voor de tentoonstelling over Istanbul past perfect in het beeld. De populariteit van Dede valt af te lezen aan de enorme hoeveelheid fotografen die hem omringt. Hij is dan ook echt goed en stond vorig jaar drie maanden op 1 in een Europese hitlijst. Dede is de DJ Tiësto van Turkije en speelt op veel grote festivals, overal ter wereld. Turkey Now is wat hem betreft een vredesbeweging en muziek de universele taal die iedereen altijd begrijpt.

Het logo van het Turkey Now Festival is een waterflesje met oranje label en dop. De symboliek hiervan verlangt enige uitleg. Water is het element dat alle volkeren bindt en een uiting van welvaart en vruchtbaarheid. Doordat de dop eraf spat op de posters komt de geest met deze boodschap uit de fles.

Ik ben hier om te regelen dat Amsterdam FM regelmatig aandacht aan de evenementen kan besteden. Dergelijke afspraken gaan ook heel goed via de mail, maar soms is het beter om persoonlijk acte de présence te geven. Dat blijkt ook nu.

De volgende morgen krijg ik een half uurtje om te beslissen of ik mee wil op een vierdaagse, geheel verzorgde en betaalde, persreis naar Istanbul. Om de artiesten alvast te zien optreden, te ontmoeten en te interviewen. Zo hanteer ik komend weekend de Amsterdam FM microfoon met de voeten in de Bosporus en uitzicht op de Süleyman moskee. Het kan verkeren met zo'n vrijwilligersbaantje.

reageer

Ga terug naar boven en lees meer stukjes in het archief.
Reageren kan in het gastenboek.


home weblog curriculum vitae artikelen producten links contact