Step

han Kraan©
klik hier en voeg deze site bij uw favorieten
home

Curriculum Vitae
Biografie
Producten
_________

Weblog
Genre
Onderwerp
_________

Links
Contact
Fotogalerij

 

 

 

 

 

 

 

naar boven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

naar boven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

naar boven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

naar boven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

naar boven

 

 

 

 

 

 

 

 

naar boven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

naar boven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

naar boven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

naar boven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

naar boven

 



Oktober 2002, Nederland had een rechts kabinet CDA/VVD/LPF. Ministers in dit kabinet hielden ervan om af en toe een proefballonnetje op te laten. 'Kernenergie nieuw leven inblazen' was zo'n proefballon. Stephan Kraan schreef er een actueel achtergrondartikel over. Gedateerd als het gaat om de aanleiding, maar een mooi historisch retrospectief over een onderwerp dat elk moment weer actueel kan zijn.



Kernenergie bloeit, de actievoerder stoeit

Jarenlang was kernenergie van het toneel verdwenen. Het massale verzet van begin jaren tachtig in slaap gesust. Er zijn sterke aanwijzingen dat dit gaat veranderen. Ligt een nieuwe krachtproef op de loer?

Kernenergie in Nederland zit in de lift. De nieuwe regeringsploeg van VVD/CDA/LPF vindt dat Nederland moet kiezen voor kernenergie en nieuwe kerncentrales moet bouwen. De VVD van de provincie Groningen haakt er meteen op in en wil sinds twee weken een kerncentrale in de Eemshaven. De rechtbank van Den Bosch besloot afgelopen week dat de kerncentrale Borssele toch langer open mag blijven. Er was volgens de rechter helemaal geen afspraak tussen de vorige minister en de kerncentrale Borssele over de sluiting van de centrale in 2003. Het nieuwe kabinet had eerder al verklaard dat de centrale langer open mocht blijven.
Dat alles noopte milieuactivisten afgelopen woensdag tot een protestactie bij Essent, de leverancier van onder andere kernenergie. De stroomproducent Essent bezit, net als branchegenoot Delta, sinds kort 50% van de aandelen van Borssele. Het was een keurige actie van een half uur waarbij de actievoerders in witte overals pamfletten uitdeelden nadat ze voor de vorm over een hek waren geklommen. Dat ging twintig jaar geleden wel anders.

Dodewaard
Oktober 1980. Weken van tevoren stonden de kranten al bol van nieuws over de actie. Er werd een stemming gekweekt alsof het einde van de democratie nabij was. Verzekeraars boden de inwoners rond de kerncentrale een molestverzekering aan, de kermis werd afgelast evenals het voetbal. Het kerncentraleterrein was een onneembare vesting: extra rijen hekken; prikkeldraadversperringen, schijnwerpers, videocamera's, een speciale ophaal brug over de gracht rond de centrale. Daarnaast een enorme hoeveelheid politie en ME. Twintigduizend demonstranten sloten de kerncentrale van Dodewaard twee dagen lang af van de buitenwereld, vreedzaam en geweldloos. Dodewaard moest dicht. Maar de kerncentrale ging niet dicht.

Een jaar later volgde er een nog grotere blokkade. Een bonte stoet demonstranten trok op naar de kerncentrale. Voorop een groep krakers in leren jassen en met bromfietshelmen. Jongelui sjouwden met karrenvrachten hout, stenen en cement. Duizenden demonstranten volgden, opvallend veel ouders met baby's en kwebbelende kinderen. De protesterende menigte kon ongehinderd doorlopen tot de ophaalbrug bij de centrale. Daar stond de mobiele eenheid ze op te wachten. In hoog tempo wierpen de demonstranten slordige barricaden op. Dodewaard was dicht. In ieder geval symbolisch. Maar het protest smoorde in gigantische hoeveelheden traan- en braakgas. De vluchtende demonstranten konden geen kant op. De mobiele eenheid trad hard op en arresteerde tientallen mensen. De blokkade mislukte. Veertigduizend mensen demonstreerden een dag later tegen het geweld en tegen kernenergie in het nabije Arnhem.

Na deze laatste mislukte blokkade bij Dodewaard is het stil geworden rond het onderwerp kernenergie en de anti-kernenergiebeweging. De regering beantwoordde de sociale onrust van begin jaren tachtig in 1983 met de zogenaamde Brede Maatschappelijke Discussie; discussieronden in het land om de meningen over kernenergie te peilen. Nederland bleek in meerderheid tegen, maar de regering trok zich daar niets van aan. Kernenergie kwam desondanks in het verdomhoekje terecht. Niet vanwege demonstraties of de mening van de bevolking, maar vanwege zichzelf. Na een groot ongeluk in Harrisburg (USA) op 29 maart 1979 bouwde Amerika al geen nieuwe centrales meer. De catastrofale ramp in Tsjernobyl (Rusland) op 25 april 1986 doodde indirect duizenden mensen en vervuilde grote delen van Europa. Dat was een week voordat de Tweede Kamer zou beslissen waar nieuwe kerncentrales zouden komen. Door Tsjernobyl gingen alle plannen van tafel. Kernenergie was duidelijk niet veilig en verdween van de politieke agenda. In Nederland, België, Zweden en Duitsland namen de regeringen eind jaren negentig zelfs het besluit de bestaande kerncentrales op termijn te sluiten.

Nieuwe impulsen
Het tij lijkt nu weer gekeerd. George Bush heeft bij zijn aantreden als president gezegd in de USA zo'n honderd kerncentrales te willen bouwen en de bestaande langer open te houden. Dit ondanks het feit dat na 11 september kerncentrales als mogelijk doel voor terroristen een nieuw soort bedreiging vormen. Frankrijk heeft twee jaar terug kerncentrales met twintig keer het vermogen Borssele in bedrijf genomen. Japan gaat twee nieuwe centrales bouwen, Finland waarschijnlijk één. In tien Oost-Europese en Aziatische landen staan momenteel 31 nucleaire centrales in de steigers. Als je deze ontwikkeling bekijkt in het licht van de totale hoeveelheid kerncentrales in de wereld, zo'n 430, mag je dus wel spreken van een behoorlijke inhaalslag.

Voor de hernieuwde belangstelling voor kernenergie zijn een aantal oorzaken aan te wijzen. Nieuwe technieken zorgen ervoor dat moderne kerncentrales veiliger zijn. Ze produceren minder afval, dat bovendien niet duizenden, maar honderden jaren nodig heeft om af te breken. Het verdrag van Kyoto met internationale afspraken over het verminderen uitstoot van schadelijke broeikasgassen is voor de kernenergievoorstanders een nieuw argument. Kerncentrales produceren namelijk veel minder CO2 dan gas- of oliegestookte energiecentrales. Kernenergie is dus beter voor het milieu; is de redenatie. Het is schoon en veilig. Een ander argument is dat Europa veel te afhankelijk dreigt te worden van de import van energiebronnen als olie en gas. Nu importeert Europa ongeveer 50% van de benodigde energiebronnen, in 2030 zal dat zijn opgelopen tot 70%. Die afhankelijkheid maakt Europa kwetsbaar. Kernenergie, nu verantwoordelijk voor 35% van de elektriciteitsopwekking in Europa, zorgt voor grotere onafhankelijkheid en meer diversiteit in de energieproductie. Met een dreigende oorlog met de oliestaat Irak in het verschiet, zijn westerse landen zich zeer bewust van die afhankelijkheid van olie. Als laatste is duidelijk dat de vraag naar energie nog steeds enorm stijgt en milieuvriendelijke alternatieven als windmolens en zonnecollectoren daar lang niet aan kunnen voldoen. Kernenergie doet dat wel.

De kernenergieketen

Kernenergie heeft als basismateriaal Uranium. Natuurlijk uranium is te vinden in landen als Namibië, Niger, Australië en de Verenigde Staten. Het natuurlijk uranium wordt in verrijkingsfabrieken geschikt gemaakt voor splijting in kernreactor. De splijtstofelementenfabriek maakt er splijtstofstaven van. Deze splijtstofstaven gaan dan naar kerncentrales. Bij het opwekken van kernenergie beschieten neutronen de splijtstofstaven in een kernreactor. Daardoor splitsen de uraniumatomen in de splijtstofstaven. De warmte die daarbij vrijkomt brengt stoomturbines op gang, die elektriciteit produceren. Na een paar jaar zijn de splijtstofstaven uitge werk t en moeten ze vervangen worden. Deze uitge werk te brandstofstaven vormen een groot onderdeel van het radioactief afval: ze blijven zo'n tweehonderdduizend jaar radioactief. Dit gevaarlijke kernafval is het grootste probleem van kernenergie. Ieder land is verantwoordelijk voor zijn eigen kernafval. Nederland slaat het afval op in Borssele.

Afvalprobleem
Nederland heeft kerncentrales in het Zeeuwse Borssele en in Dodewaard, een dorpje in de Gelderse Betuwe. Er zijn onderzoeksreactoren in de duinen van Petten en in Delft. In Almelo staat een verrijkingsfabriek (Urenco). Dodewaard is al gesloten en Borssele had van de politiek in 2003 moeten sluiten. Daar heeft de rechter nu dus een stokje voor gestoken. Petten is het laatste jaar veelvuldig in het nieuws vanwege allerlei gebreken.

Ook de kerncentrales van Nederland produceren behalve elektriciteit kernafval. Om nog wat extra rendement uit het kernafval te halen zijn de Nederlandse kerncentrales ooit begonnen kernafval aan zogenaamde op werk ingsfabrieken te leveren. Die op werk ingsfabrieken staan in Frankrijk (La Hague) en in Engeland (Sellafield). Daar wordt met een chemisch proces plutonium uit de gebruikte brandstofstaven gehaald. Slechts een klein beetje van dit hoogradioactieve plutonium is nodig voor het maken van kernwapens. Later dacht men met commerciële aanwendingen van plutonium veel geld te verdienen. Dat is op niets uitgelopen. Daarom kampen vele landen, waaronder Nederland, met een groot overschot aan plutonium. Nederland wil dan ook al lang van dit op werk en van kernafval af, maar heeft 'wurgcontracten' getekend met de op werk ingsfabrieken. Opzeggen van die contracten zou tussen de 200 en 300 miljoen euro kosten. Kernafval uit de gesloten centrale van Dodewaard gaat naar de fabriek in Sellafield en het afval van Borssele naar La Hague. Het transport van radioactief afval is steeds een bron van zorg. Duitsland stond afgelopen jaar nog op zijn kop vanwege de beruchte castortransporten. Dodewaard vervoert zijn afval over land met vrachtwagens naar Vlissingen. Vervolgens in containerschepen over zee naar Engeland. De kerncentrale Borssele transporteert haar kernafval per trein naar de op werk ingsfabriek in Frankrijk. Greenpeace en andere organisaties vinden die transporten te gevaarlijk. Bovendien lozen de fabrieken miljoenen liters radioactief afval in de lucht en in zee. De vervuiling is enorm. De gemeten radioactiviteit in het milieu is alarmerend. Nederland werk t daar zo direct aan mee. Het opge werk t afval wordt in de op werk ingsfabrieken verglaasd en komt vervolgens weer terug naar Borssele waar het in een grote loods opgeslagen ligt.

Zoutkoepels
Zo groeit de nationale radioactieve afvalberg. Dat kan natuurlijk niet eindeloos doorgaan. Daarom zijn al bijna 30 jaar de zoutkoepels in Groningen en Drenthe in beeld om te dienen voor opslag. Verzet vanuit de bevolking en de regionale overheden heeft dat tot nu toe verhinderd. Beide provincies hebben in hun streekplannen staan dat zowel proefboringen als opslag in zoutkoepels uitgesloten is. Opslag van radioactief afval in de diepe ondergrond is daarom nog steeds niet aan de orde, maar de plannen daartoe zijn niet van de baan. In 1994 besloot toenmalig minister van VROM, Alders, nog om af te zien van opslag in de zoutkoepels en het afval op te slagen in Borssele. De Commissie Opberging Radioactief Afval (CORA) heeft begin vorig jaar echter gerapporteerd dat zij de weg naar 'terugneembare' opslag in diepe mijnen in zout- of kleilagen niet onbegaanbaar acht. Minister Pronk van Milieubeheer liet de provincies daarop weten dat landelijke belangen boven die van de provincie kunnen gaan. Indien de nieuwe regering daad werk elijk voor kernenergie kiest, moet er meer capaciteit komen om het afval op te slaan. Automatisch komen de zoutkoepels dan weer in beeld.

Protesten nu en toen
De hernieuwde belangstelling van de politiek voor kernenergie is tot nu toe op weinig protest gestuit. In Nederland is het vooral Greenpeace dat van zich laat horen. Zij protesteren op verschillende manieren: kleinschalige spectaculaire bezettingen of blokkades, maar ook voeren ze rechtszaken en allerlei procedures. In Amsterdam zit het semi-wetenschappelijk onderzoekscentrum het LAKA dat de ontwikkelingen op kernenergiegebied nauwlettend volgt, rapporten schrijft en boeken uitgeeft. Steeds vaker verschijnen zij als deskundige in de media. In Amsterdam bevindt zich ook de internationale organisatie Wise, die vooral met voorlichting bezighoudt. Actievoerders uit deze organisaties vormden samen met wat mensen van de SP, Groenfront en Onkruit Vergaat Niet, de handvol betogers tegen kernafvaltransporten van Dodewaard naar Vlissingen van de laatste twee jaar. Als het gaat om de discussie over kernenergie en de opslag in zoutkoepels is voormalig activist en wetenschapper Herman Damveld de nationale vraagbaak. En daarmee hebben we in grote lijnen de resten van de massabeweging tegen kernenergie uit het begin van de tachtiger jaren wel genoemd.

Want een massabeweging was het toen wel. Hoe groot het verzet tegen kernenergie was, blijkt wel uit een overzicht van de belangrijkste acties van eind jaren zeventig en begin jaren tachtig.

5 februari 1977

5000 mensen demonstreren tegen de plannen om kernafval op te slaan in zoutkoepels.

2 april 1977

10.000 mensen protesteren in Almelo tegen de uitbreidingsplannen van de verrijkingsfabriek, de Ultra-Centrifugefabriek Nederland (UCN).

21 september 1977

De 'Beweging Stop Atoomplannen' biedt in Den Haag 58.000 handtekeningen aan tegen de plannen om afval op te slaan in zoutkoepels,

4 maart 1978

Ruim 40.000 mensen demonstreren tegen de UCN in Almelo

12 mei 1979

10 mensen sluiten de hoofdpoort van de UCN in Almelo en blokkeren de toegang.

2 juni 1979

25.000 mensen betogen in Gasselte tegen de mogelijke opslag van radioactief afval in zoutkoepels

15 oktober 1979

Zo'n 100 mensen blokkeren vier poorten van het UCN complex in Almelo

16/17 maart 1980

225 mensen blokkeren alle poorten van de kerncentrale in Borssele.

26 april 1980

10.000 mensen demonstreren op een manifestatie in Middelburg tegen de kerncentrale in Borssele.

24 mei 1980

5000 mensen demonstreren tegen het dumpen van radioactief afval in zee in IJmuiden.

24/25 mei 1980

Discussie- en protestweekend met 5000 mensen ter voorbereiding op de massale blokkade van Dodewaard

19/20 oktober 1980

Dodewaard moet dicht. 20.000 mensen blokkeren drie dagen de kerncentrale in Dodewaard.

3 december 1980

30 mensen uit Deventer bezetten de hal van het kantoor van de IJsselcentrale.

23 december 1980

225 mensen van BAN blokkeren het UCN-terrein in Almelo.

24 december 1980

Ongeveer 175 actievoerders blokkeren de UCN in Almelo.

20 maart 1981

50 mensen blokkeren de kerncentrale in Dodewaard

29 maart 1981

200 mensen blokkeren opnieuw Dodewaard.

20 april 1981

1500 mensen demonstreren bij de kerncentrale in Dodewaard.

9 mei 1981

150 mensen blokkeren de kerncentrale van Borssele.

18/20 juni 1981

800 mensen blokkeren gedurende 3 dagen de UCN in Almelo. De afsluitende demonstratie trekt ruim 6000 mensen.

18/21 september 1981

15.000 mensen blokkeren de kerncentrale in Dodewaard

Zeer veel mensen waren toen bereid de straat op te gaan om te demonstreren. Of sterker nog; waren bereid eigenhandig de centrales te sluiten. Deze sociale beweging tegen kernenergie stond niet op zichzelf. Er was ook breed verzet tegen kernwapens in het algemeen en militarisme in het bijzonder. Elke grotere stad had een florerende kraakbeweging. Het was met name de radicalisering van de laatste die ook zijn invloed had op de steeds gewelddadiger blokkadeacties tegen kernenergie. Die radicale anti-kernenergiebeweging had zich georganiseerd in 500 zogenaamde basisgroepen. Elke basisgroep bestond uit zo'n 10 mensen die elkaar goed kenden. Elke basisgroep was autonoom. Er was dus geen centrale leiding en ook geen afspraken over geweld. En waarschijnlijk is dat geweld er de oorzaak van dat de grote massa zich na de tweede blokkade van Dodewaard van de anti-kernenergiebeweging heeft afgekeerd. De sympathie waar geweldloze blokkades op kon rekenen was verdwenen. Nadat de regering sinds de ramp in Tsjernobyl het kernenergieprogramma op een laag pitje zette, verdween bovendien de noodzaak tot demonstreren.

Winterslaap
Het is maar zeer de vraag of de hernieuwde belangstelling voor kernenergie weer zoveel onrust onder de bevolking zal veroorzaken als dat het twintig jaar geleden deed. De huidige ontwikkelingen zouden de actievoerders eigenlijk weer uit hun lange winterslaap moeten wekken. Er zijn de laatste jaren echter geen grote demonstraties meer in Nederland geweest; op geen enkel gebied, maar zeker niet tegen kernenergie. Er waren protestacties tegen Schiphols vijfde baan, de Betuwelijn, tegen de globalisering of zoals vorige week tegen een mogelijke oorlog in Irak. Het valt in het niet bij de sociale storm die Nederland twintig jaar geleden rond kernenergie trof. De tijden zijn veranderd. Het is dus goed mogelijk dat de atoomlobby dit keer haar plannen, zonder al te veel ophef, wel gerealiseerd zal zien. De tien actievoerders die woensdag bij Essent folders uitdeelden mogen voorlopig alleen maar dromen van een opstandige massa die achter hun spandoeken aanloopt.


home weblog curriculum vitae artikelen producten links contact